Het is zaterdag 10 september 2044. Weer een ronde vaardigheidstoetsen van het ABWC. Vandaag wordt spannend, omdat promotie naar de 2e klasse op het spel staat. Het eerste team staat klaar. De waarnemers zitten in de mobiele conference room en hebben door middel van de beeldschermen zicht op het object. Ook de camera’s in de cabine van het voertuig en in het object zijn ingeschakeld. De melding wordt via P3000 naar de ploeg verzonden. De drone op het voertuig heeft via de 8G verbinding de GPS-coördinaten ontvangen en stijgt op voor een 1e verkenning. De ploeg van vier stapt in het voertuig. Op het beeldscherm van ploeglid D staan alle gegevens omtrent de waterwinning. Ploeglid B ziet in zijn beeldscherm alle relevante objectinformatie. Het gaat om een kantoorpand met aangrenzende woning. Volgens de informatie staan er zes mensen ingeschreven op het adres. De 3D beelden geven de afmetingen en de indeling van het object aan. Er is automatisch teruggebeld naar het object, maar er wordt niet gereageerd. De melder heeft de beelden van de brand via zijn mobiel doorgestuurd naar de meldkamer. De meldkamer heeft de beelden weer doorgestuurd naar ploeglid A. Ploeglid B controleert de instellingen van het voertuig en geeft akkoord. Het voertuig zet zich geruisloos in beweging. De verkeerslichten op de route naar het object gaan allemaal op groen. Via de Adaptive Cruise Control en de automatisch ingestelde navigatie verplaatst het voertuig zich uit zichzelf naar het brandadres. De drone is inmiddels aangekomen en stuurt de eerste beelden naar ploeglid A en C. Ploeglid A vult de parameters in op zijn tablet en direct verschijnt er een inzetvoorstel met handelingsperspectief. Ploeglid C activeert inmiddels robot 1 en 3. Ploeglid C en D hangen daarna ademlucht om. In hun gelaatstuk controleren zij de vuldruk, de buitentemperatuur en hun lichaamstemperatuur. De ingebouwde warmtebeeldcamera wordt geactiveerd.
Bij aankomst stappen alle ploegleden uit. De luiken gaan automatisch open. De reeds geactiveerde robotten 1 en 3 worden uit het voertuig gehaald. Robot 1 wordt bij de toegang van het object gezet om een inpandige verkenning uit te voeren. De beelden van robot 1 worden uitgelezen. Uit de informatie blijkt dat het verantwoord is om een fysieke inzet te starten. Robot 3 heeft inmiddels een slachtoffer gedetecteerd. Ploeglid C en ploeglid D plaatsen hun gelaatstuk en betreden het object. Daarbij wordt hun locatieaanduiding op het digitale display van ploeglid B vanzelf geactiveerd. Vanuit de waarnemers wordt één van de verzwarende elementen in werking gesteld. De warmtebeeldcamera’s van ploeglid C en ploeglid D worden gescrambled. Bekeken wordt of zij ook zonder warmtebeeldcamera de locatie van het slachtoffer weten te vinden. Dit vraagt iets van hun specifieke vaardigheden die weliswaar zijn aangeleerd, maar anno 2045 weinig meer worden toegepast. Inmiddels heeft ploeglid A een SITRAP verzonden naar de OVD-B welke in het VIK (Veiligheidsinformatieknooppunt) aanwezig is. Op basis van deze SITRAP wordt een 2e eenheid gealarmeerd. Het VIK heeft aanrijdend al de noodzakelijk informatie doorgegeven aan de uitgerukte eenheid. De OVD-B maakt met de beschikbare data een best-, real- en worstcasescenario. Deze stuurt hij terug naar ploeglid A waarna de OVD-B zich naar de locatie begeeft.
Ploeglid C en D hebben inmiddels een slachtoffer gevonden. Robot 2 is door ploeglid B uit het voertuig gehaald en voor het object geplaatst. Omdat de positie van ploeglid C en D bekend is verplaatst robot 2 zich autonoom naar hun locatie. Aldaar ontplooit robot 2 zich tot een mobiele brancard. Ploeglid C en D leggen het slachtoffer erop waardoor zij niet zelf hoeven te tillen. De gegevens van robot 1 geven aan dat de brand het beste bestreden kan worden door gebruik te maken van twee O-bundels. Ploeglid A kan zich hierin vinden en accepteert het voorstel. Ploeglid C en D hebben het slachtoffer inmiddels overgedragen aan de ambulance. Zij pakken een O-bundel en betreden opnieuw het object. Inmiddels werken hun warmtebeeldcamera’s weer. De waarnemers starten het tweede verzwarende element. Zij versturen aanvullende fictieve informatie naar het VIK. Deze stuurt de informatie door aan de OVD-B. Met deze informatie wordt het worstcasescenario actueel. De OVD-B koppelt dit terug aan ploeglid A. Ploeglid A besluit hierop om de inzet van ploeglid C en D te staken en robot 5 in werking te zetten. Robot 5, gevuld met de allernieuwste blusstof, wordt naar binnen gestuurd. Ploeglid B dirigeert de robot naar de brandruimte alwaar robot 5 wordt geactiveerd. Dit resulteert in een stabiele situatie waarna de inzet van ploeglid C en D weer kan worden opgestart. De blusstof blijkt zijn werk gedaan te hebben en afgezien van wat nabluswerk lijkt de brand bestreden.
De waarnemers hebben hun bevindingen direct verwerkt. Een heel verschil met vroeger toen leden van de administratie alle gegevens moesten verwerken en het soms nog even duurde voordat de uitslag bekend was. De inzet is afgerond en de AAR wordt nabij de conference room uitgevoerd. Hoewel dit ook digitaal zou kunnen heeft een fysieke after action review toch echt wel zijn voordelen. De ploeg krijgt de terugkoppeling en de resultaten kunnen worden opgenomen in hun portfolio ten behoeve van hun aantoonbare vakmanschap. Hierdoor hebben zij op een competitieve manier gewerkt aan hun bekwaamheid. En dat is waar het ABWC het al 99 jaar voor doet! Volgend jaar bestaat het ABWC 100 jaar en dat zal groots worden gevierd.
Uiteraard is dit alles fictie en hebben wij nog geen idee hoe vaardigheidstoetsen er over ruim 20 jaar uitzien. Wellicht zijn sommige aspecten dan actueel, misschien zijn we dan toch nog niet zover of mogelijk zijn we zelfs al verder. Reacties op dit toekomstbeeld zijn welkom evenals ideeën om vaardigheidstoetsen te verbeteren of aan te passen aan de situatie van morgen. Vanzelfsprekend zal niet alles één op één kunnen worden geïmplementeerd, maar suggesties zien wij graag tegemoet.
Met vriendelijke groet,
Eelco van Eijsden